Bonden
In Nederland zijn natuurlijk een heel aantal bonden die met
dezelfde problematiek van doen hebben. Daarom zijn er met diverse bonden
gesprekken gevoerd om te vernemen hoe men bij deze bond omgaat met deze
materie. Bonden waarmee gesproken is, zijn: Hockey, Schaatsen, Tennis,
Tafeltennis, Gymnastiek. Verder waren er al gesprekken gevoerd met de
bondsorganisaties van: Atletiek, Handbal, Korfbal en Skiƫn.
Ondanks de grote verschillen tussen de sporten, is veel van
de problematiek bij de bonden overeenkomstig. Er wordt een afstand gevoeld tot
de bond en bestuurders hebben moeite uit te leggen wat de toegevoegde waarde is
van de bond. Daarbij hebben veel bonden ook met grijze leden te maken. Hoe
individueler de sport hoe meer grijze leden. Praktisch alle bonden zijn bezig
met het maken van de omslag van regulerend naar faciliterend. Er is daarbij een
groot verschil in de fase waarin diverse bonden zich bevinden.
Hockey
De Hockey bond loopt hierin ver voorop, omdat men in 1994 al
begonnen is met deze verandering. Men heeft toen in het kader van het WK dat in
’98 gehouden zou worden in eigen land, de beleidslijn ‘de vereniging centraal’
ingezet. Deze lijn is nog steeds actueel en men is gegroeid van 127.000 leden
naar nu 2300.000 leden en men wil in 2020 op 300.000 leden zitten.
Gymnastiek
De gymnastiek unie heeft inmiddels ook behoorlijke stappen
gezet. 5 jaar geleden heeft men hier de verandering ingezet. Zij stellen juist
de individuele leden centraal in de dienstverlening. Dit houdt in dat men alle
diensten richt op de sporter. De vereniging wordt daarbij gezien als de winkel
waar de sporter zijn/haar dienst afneemt en de vereniging wordt daarom maximaal
ondersteunt. Nu na 5 jaar is voor het eerst dat de dalende trend van het
ledenaantal is gestopt en men weer in de lift zit.
Wanneer we de kern er uit halen, vallen een aantal zaken op:
-
Bestuurlijke vernieuwing, een nieuwe aanpak
vergt een vernieuwd organisatiemodel.
-
Kerntaken, spreek af welke diensten je levert en
doe die goed. Evalueer deze periodiek met de verenigingen en schrap de diensten
die niet voldoende afgenomen worden.
-
Lokale verenigingsondersteuning, zorg dat er direct
contact is tussen bond en verenigingen dmv accountmanagers. Help bij de lokale
problemen van verenigingen.
-
Kleinschalig, organiseer bijeenkomsten voor
maximaal 10 verenigingen om de interactie te bevorderen. Denk ook aan
bijeenkomsten voor nieuwe bestuurders/penningmeester/trainers etc.
-
Inzicht in vereniging, het moet bekend zijn hoe
een vereniging er uit ziet evt mbv CRM.
-
Actief op scholen, kinderen worden via de
scholen bekend gemaakt met de sport.
-
Leerlijn, voor jeugd is een duidelijke leerlijn
met vaardigheidsstappen.
-
Rechtstreeks contact leden, er is een
rechtstreekse communicatie richting leden, waarbij de essentie is om
toegevoegde waarde te leveren aan het individuele lid (korting, tips etc.).